Momo en de tijdspaarders

 

Momo en de tijdspaarders
Auteur: Michael Ende
Hardcover | Uitgeverij Lemniscaat
prijs: € 14,95
ISBN: 9060694201

Wie het wezen van tijd probeert te begrijpen kan ik aanraden het boek Momo en de tijdspaarders te lezen. Wat heeft deze schrijven een inzicht in het wezen van Tijd.

Het verhaal:
Momo en de tijdspaarders is een jeugdboek dat gaat over tijd en vooral het ontbreken daarvan. Het meisje Momo speelt de hoofdrol. Zij woont in een amfitheater buiten de stad, zonder vader of moeder. Maar gelukkig heeft zij veel vrienden. Tot er op een dag iets verandert: al haar vrienden krijgen haast, niemand heeft nog tijd. Momo blijft eenzaam achter. De tijdspaarders blijken hun werk grondig te doen, ze jagen iedereen op tot een efficiënt en nuttig leven. Neuspeuteren en gelummel zijn bij deze grijze mannen uit den boze. Maar Momo is niet voor één gat te vangen en weigert zich uit te sloven voor dit stel kille, grijze zombies. Zij voelt bovendien aan dat deze mannen niet zuiver op de graat zijn. De gespaarde tijd die ze bij iedereen incasseren drukken ze simpelweg achterover. Ze bewaren haar in een grote kluis en draaien er kleine sigaartjes van. De tijd gaat zo in rook op. Het ziet er somber uit voor Momo. Maar gelukkig komt zij op een goede dag het huisdier van Vadertje Tijd tegen, de schildpad Kassiopeia. Dit dier brengt haar bij vadertje tijd, die officieel Meester Secundus Minutius Hora heet. Samen smeden ze een ingenieus plan om de tijddieven te slim af te zijn. Maar of het lukt? Wie tijd heeft moet het boek maar even lezen.

Over de auteur:
Michael Ende heeft naast boeken ook teksten voor prentenboeken, toneelstukken, liedjes en een opera. Zijn eerste boeken waren avontuurlijke fantasieverhalen. Hij werd wereldberoemd met Momo en de tijdspaarders maar vooral met Het oneindige verhaal: twee dikke, sprookjesachtige boeken. Beide boeken zitten knap in elkaar, vol met mooie vondsten. Ze kunnen op verschillende manieren gelezen worden, maar Michael Ende heeft er wel een hele duidelijke boodschap in gestopt: het gaat niet goed met onze huidige, zakelijke maatschappij waarin alleen ruimte is voor het verstand. Er is een tekort aan liefde, fantasie en gevoel. In beide boeken zijn het kinderen die de wereld redden van de verzakelijking en er het gevoel in terugbrengen.

 

Fragment 1:

Een grote stad en een klein meisje

“Lang, lang geleden, toen de mensen nog heel andere talen spraken, waren er in de warme landen al grote en prachtige steden. De paleizen van koningen en keizers stonden er in hun volle glorie, er waren brede wegen, nauwe straten en bochtige steegjes. Schitterende tempels met gouden en marineren beelden stonden er, men vond er kleurrijke markten waar koopwaar uit alle windstreken werd aangeboden en grote, mooie pleinen waar de mensen samenkwamen om nieuwtjes te bespreken en om redevoeringen te houden of aan te horen. En niet te vergeten: de grote theaters. Ze leken op een hedendaags circus, alleen waren ze helemaal uit steenblokken opgebouwd. De rijen zitplaatsen voor de toeschouwers lagen als een trap boven elkaar in een geweldige trechter. Van boven gezien waren veel van deze bouwwerken rond, andere waren meer ovaal en weer andere vormden een wijde halve cirkel. Men noemde ze amfitheaters. Je had er, die zo groot waren als een voetbalstadion, en kleinere, waarin maar een paar honderd toeschouwers konden. Sommige waren prachtig uitgedost met pilaren en beelden, andere waren eenvoudig en zonder versiering. Daken hadden deze amfitheaters niet, alles speelde zich af in de open lucht. Daarom werden in de rijkversierde theaters gouddoorweven kleden boven de zitplaatsen gespannen om het publiek tegen de hitte van de zon en tegen plotselinge regenbuien te beschermen. In de eenvoudige theaters werden matten van riet en stro -voor hetzelfde doel gebruikt. In één woord: de theaters zagen eruit, naar gelang de mensen konden betalen. Maar ze moesten en zouden er allemaal één hebben, want ze waren dol op toekijken en luisteren. Wat er zich op het toneel afspeelde was zo aangrijpend of lachwekkend, dat ze het gevoel kregen, alsof dat toneelspel op een geheimzinnige manier echter was, dan hun eigen alledaagse leven………………………..”

Meer inkijkpagina’s bij BOL 

 

Fragment 2:

Een foute berekening die toch klopt

“Er is een groot en toch heel alledaags geheim. Alle mensen hebben er mee te maken, iedereen kent het, maar slechts weinigen denken er ooit over na.
De meeste mensen accepteren het gewoon en verbazen zich er helemaal niet over. Dit geheim is de tijd.
Je hebt kalenders en klokken om hem te meten, maar dat wil weinig zeggen, want iedereen weet dat één enkel uur wel een eeuwigheid kan lijken, maar soms kan hij ook als een ogenblik voorbijvliegen – het hangt er maar vanaf wat je in dat uur beleeft.
Want tijd is leven. En leven woont in je hart.”

 

 

Fragment 3:

Eenmiljarddriehonderdvierentwintigmiljoenvijfhonderdtwaalfduizend. Zoveel seconden heeft kapper Fusi tot nu toe geleefd. Tijdspaarder XYQ/384/b, strak in het grijs gestoken, rekent het even fijntjes voor. En hoeveel tijd heeft hij daarvan verlummeld en verneuspeuterd? Na een duizelingwekkende som komt de tijdspaarder tot een schokkende, doch voorspellende conclusie: precies evenveel. De kapper veegt het zweet van zijn voorhoofd en realiseert zich dat hij zijn hele leven nog geen seconde gespaard heeft. Hij kan er niet meer onderuit en belooft het grijze heerschap een tijdspaarrekening te openen. Als een gek gaat hij keihard aan het werk.

 

Fragment 4:

‘Kunnen we alsjeblieft niet een beetje doorlopen?’ zei ze tegen Kassiopeia. ‘HOE LANGZAMER – HOE VLUGGER’, was het antwoord van de schildpad. Ze kroop verder, haast nog langzamer dan daarnet. En Momo ontdekte – net als de vorige keer – dat ze daardoor juist sneller vooruitkwamen. Het leek bijna of de straat onder hen doorgleed, steeds sneller, hoe langzamer ze liepen. Want dit was het geheim van dit witte stadsdeel, met straatnamen als Nooitsteeg en Nergenshuizen: Hoe langzamer je liep, hoe sneller je vooruitkwam. En hoe meer je je haastte, hoe minder je opschoot. Dat wisten de grijze heren niet toen ze Momo met drie auto’s achtervolgden. Zo was Momo hen ontsnapt.

 

Fragment 5
Momo: ‘wat is de tijd toch eigenlijk?’

Het kleine meisje Momo is op bezoek bij Meester Hora: ‘Zeg me eens’, vroeg ze tenslotte, ‘wat is de tijd toch eigenlijk?’ ‘Dat heb je toch zelf net ontdekt,’ antwoordde meester Hora. ‘Nee, ik bedoel,’ verklaarde Momo. ‘de tijd zelf – hij moet toch iets zijn. Hij bestaat toch. Wat is hij dan werkelijk?’

‘Het zou fijn zijn,’ zei meester Hora, ‘als je ook dat zelf beantwoorden kon.’ Hij bestaat,’ mompelde ze in gedachten verzonken, ‘dat staat in ieder geval vast. Maar je kunt hem niet beetpakken. En ook niet tegenhouden. Misschien is hij zoiets als geur? Maar hij is ook iets dat aldoor voorbijgaat. Dus hij moet ook ergens vandaan komen. Misschien is hij zo iets als de wind? Of nee! Nu weet ik het! Misschien is hij een soort muziek, die je alleen maar niet hoort, omdat hij er altijd is. Maar toch geloof ik dat ik hem soms wel gehoord heb, heel zacht.’

‘Ik weet het,’ knikte meester Hora, ‘daarom kon ik je ook bij me roepen.’ ‘Maar er zit meer aan vast,’ zei Momo die de gedachte niet losliet. ‘De muziek is van heel ver gekomen, maar hij heeft heel diep in mijn binnenste geklonken. Misschien is het met de tijd ook zo.’ Ze zweeg verlegen en voegde er onbeholpen aan toe; ‘Ik bedoel, zoals de golven op het water door de wind ontstaan. Ach ik klets maar wat.’

‘Ik vind juist,’ zei meester Hora, ‘ dat je dat heel mooi gezegd hebt. En daarom zal ik je een groot geheim toevertrouwen; Hier uit het Nergenshuis in de Nooitsteeg komt de tijd van alle mensen vandaan.’ Vol eerbied keek Momo hem aan. ‘Oh,’ zei ze zacht, ‘maak je die dan zelf?’ Meester Hora glimlachte weer. ‘Nee mijn kind, ik ben alleen maar de beheerder. Het is mijn taak, ieder mens de tijd toe te wijzen die voor hem besteed is.’

‘Kun je het dan niet heel eenvoudig zo regelen,’ vroeg Momo, ‘dat de tijddieven geen tijd meer van de mensen kunnen stelen?’

‘Nee dat kan ik niet,’ antwoordde meester Hora, ‘want wat de mensen met hun tijd doen, moeten ze zelf bepalen. Ze moeten hem echter ook zelf verdedigen. Ik kan hem alleen maar aan hen toewijzen.’ Momo keek de zaal rond en vroeg toen; ‘Heb je daarvoor al die klokken? Voor ieder mens één, misschien?’ ‘Nee, Momo,’ antwoordde meester Hora, ‘deze klokken zijn zeer onvolmaakte nabootsingen van iets, dat ieder mens in zijn binnenste heeft. Want zoals je ogen hebt om het licht te zien en oren hebt om klanken te horen, zo heb je ook een hart om daarmee de tijd waar te nemen. En alle tijd  die niet met het hart wordt waargenomen is net zo verloren, als de kleuren van de regenboog voor een blinde, of het lied van een vogel voor een dove. Maar er zijn helaas dove en blinde harten die niets waarnemen, ook al kloppen ze. ‘

‘En als mijn hart eenmaal ophoudt te kloppen?’ vroeg Momo. ‘Dan’, antwoordde meester Hora, ‘houdt ook de tijd voor je op, mijn kind.’

 

Theatervoorstelling
In 2009 is er een geweldige voorstelling gemaakt door Het Filiaal voor kinderen vanaf 8 jaar. De premiere was in Utrecht. Natuurlijk zijn we daar heen geweest en het was geweldig. De essentie van het verhaal was zo goed gepakt. De trailer staat online en kun je hier bekijken.

—————————-

Dit bericht is geplaatst in boeken, lezen, profetieën, tijd. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *