Volgens een oude Totonaakse* mythe hebben Los Voladores, of ‘zij die vliegen’, hun dorp gered van droogte door de gunst van de regengod te winnen. In het bos vomden zij de perfecte boom, zegenden hem en droegen het respectvol zonder dat de boom de grond raakte naar huis. Daar groeven zij een gat in de grond en zetten de paal rechtop (herscheppen de wereld). Als vogels verkleed klommen de mannen omhoog en bonden lianen aan hun polsen vast. Zo vroegen zij de aandacht van de goden. En ja, de regen kwam. Dit ritueel bestaat uit vijf mannen waarvan er vier vanaf de top van een tientallen meters hoge paal aan touwen naar beneden springen, elk 13 keer draaiend, wat in totaal de 52 jaar van de kalendercyclus symboliseert – de vijfde blijft op de top en speelt op de fluit.
Vandaag de dag wordt nog altijd deze mythe herhaald. Ook in de Maya gebeiden. Velen denken dat het vooral is als entertainment voor touristen. Wie de ziel van de Mexicas kent weet dat zij de spirituele relatie in stand zullen houden door het eren van deze gebeurtenis.
De Boom is de wereldboom die de onder-, midden- en bovenwereld met elkaar verbindt. Het naar boven klimmen is het zoeken van het contact met het hogere. De draaiingen dienen om de cyclus van de natuur te vragen nogmaals terug te komen.
* De Totonaken zijn een indiaans volk in de Mexicaanse deelstaten Veracruz en Puebla.